Enten ja of nee? De meeste vragen de afgelopen maanden betroffen nog steeds het paratyfusprobleem. Ik heb het onderwerp al meerdere keren van verschillende kanten besproken, maar de vragen blijven toch weer terugkomen. Er blijft blijkbaar nog steeds veel onduidelijkheid over dit onderwerp bestaan.
Pasteurschool Deels komt dit ook wel, omdat de meningen van de duivenartsen over dit onderwerp nogal uiteen kunnen lopen. Er zijn en blijven dierenartsen, die bij een constatering van een paratyfusbesmetting gelijk het advies geven om alle duiven te gaan kuren en al dan niet daarna de duiven te vaccineren. Ik noem dit de ‘Pasteurschool’. De meeste dierenartsen behoren tot deze ‘school’. Ik heb er ook vele jaren toe behoord. De aanhangers van deze aanpak zijn vele tientallen jaren in de meerderheid geweest. Liever gezegd vrijwel alle duivenartsen en dierenartsen in het algemeen hangen de ‘Pasteurschool’ aan. Pasteur is een grootheid in de bacteriologie. Zijn mening heft jarenlang min of meer als wet gegolden. Pasteur hing de zgn. Germ-theorie aan. Dat houdt in dat als een dier een bacterie heeft deze verantwoordelijk is voor de ziekte die ontstaat. Ik heb dat inzicht ook met de paplepel ingegoten gekregen, net als vrijwel iedere dierenarts en arts. Het is ook logisch. Als een dier of duif ziek is, ernstig ziek, en bij die duif wordt een paratyfusbacil gevonden, dan is het meer dan logisch dat we zo een duif tegen deze bacterie behandelen met een antibioticum om te voorkomen dat het dier komt te sterven. Omdat deze duif meestal niet alleen op het hok zit, werd en wordt door veel dierenartsen dan gelijk geadviseerd om alle duiven dan ‘preventief’ te behandelen, ook al zijn ze niet ziek. Zoals gezegd ik heb dit ook jarenlang geadviseerd en in oudere nieuwsbrieven van mij staat dat advies nog te lezen. Deels kwam dit omdat we het als dierenarts allemaal zo geleerd hebben en ook omdat alle duivenartsen dat deden. Maar we moeten de waarheid niet altijd verwisselen met de mening van de meerderheid. De mening van een meerderheid, klopt wel vaak, maar is niet altijd zaligmakend. Het frustreerde me best wel dat liefhebbers gekuurd hadden met een goed middel tegen de paratyfus, maar dan een goede maand later weer op de stoep stonden, omdat ze wéér paratyfus bij een aantal duiven hadden. Aanvankelijk zoek je terugkeren van de ziekte in de keuze van het medicijn. Maar ook als er een gevoeligheidstest was uitgevoerd kon dat fenomeen zich voordoen. De duiven waren er dan vaak slechter aan toe dan voor de eerste kuur. Vaak meerdere duiven met dikke elleboog gewrichten. Nu is al sinds lang bekend, dat met antibiotica alleen paratyfus in veel gevallen niet onder controle is te brengen. Bij een klinische uitbraak van paratyfus wordt door veel dierenartsen dan ook geadviseerd over te gaan de duiven tegen deze ziekte beginnen te vaccineren. Nu is bij veel ziekten, ook bij paratyfus, een enting niet zaligmakend. We kunnen gerust stellen dat een enting mee helpt in de goede richting en dat als men regelmatig vaccineert de klachten op termijn zullen verminderen. Hebben we het probleem dan daarmee onder controle? Kuren en vaccineren en eventueel het hok desinfecteren. Ja en nee. We zien door deze aanpak de klachten afnemen en de klinische gevallen van paratyfus verminderen. Is het zo dat als je het zo aanpakt je nooit meer een duif dood kunt hebben aan paratyfus? Nee, dat is niet zo. Het is echter wel een aanpak die in de goede richting helpt. En alleen kuren dan? Dat adviseer ik inmiddels niet meer. Juist omdat we zien dat na een kuur de klachten na een twee maanden terug kunnen komen.
Darmbacteriën Wat we zeker wel adviseren is om zieke duiven individueel te behandelen. Maar het preventief kuren van alle gezonde duiven raadden we inmiddels af. De reden is simpel. Veel middelen die tegen paratyfus werken, ‘werken’ nog beter tegen de goede darmbacteriën. De laatste worden doorgaans sterker afgeremd door de antibiotica die gebruikt worden. Hierdoor wordt het darmbioom verzwakt in zijn geheel. Als de paratyfus baccil zich dan sneller herstellen kan dan de goede darmbacteriën, dan heeft men het paard achter de wagen staan. Dat brengt me bij een tijdgenoot van Pasteur, Antoine Béchamps. Deze man was van mening dat ziekte pas ontstaat als de omgevingsfactoren zodanig veranderen dat ziekteverwekkers kansen krijgen die ze eerder niet hadden. We kennen allemaal de verhalen over Cholera en Tyfus die uit kunnen breken bij natuurrampen, veelal in de tropen. Zijn die bacteriën er dan plotseling? Nee natuurlijk niet die waren er altijd, maar de omstandigheden zijn door de natuurramp voor hen gunstiger geworden zodat ze hun kop boven het maaiveld konden steken en ziekten konden veroorzaken. Béchamps was dan ook een aanhanger van de theorie die stelde dat men de omgevingsfactoren voor de goede bacteriën dient te verbeteren zodat de ziekteverwekkers geen kans meer krijgen. Deze theorie in de praktijk uitgevoerd heeft geleid tot de ontwikkeling van Bony PreviSal, die de goede darmbacteriën ondersteunt en de ziekteverwekkers het leven zuur maakt in geval en E. Coli en/ of Salmonella. De omstandigheden worden verbeterd en hierdoor neemt de kans op uitbraken van deze ziekten een stuk kleiner gemaakt. Als men deze aanpak onderschrijft dan behandelt men in geval van klinische gevallen dus alleen de zieke duiven, mochten ze toch nog voorkomen. De hele kolonie duiven wordt dan dus juist niet nodeloos met antibiotica behandeld. Vergeet niet dat antibioticum eigenlijk staat voor: ‘Tegen leven’. Dus samengevat: Heft men een zieke duif, dan behandel deze voor de kwaal.
In geval van uitscheiders op het hok, vaccinatie overwegen en niet alle duiven met antibiotica behandelen, tenzij alle duiven (dood)ziek zijn. Maar juist kiezen voor de ondersteuning van het microbioom waardoor we juist de goede bacteriën meer armslag geven om het tegen de ziekteverwekkers op te nemen. Zelfde ziekte, andere benadering, sinds 5-6 jaar. Resultaat over het algemeen zeer goed. Voordeel? Geen overmatig gebruik van antibiotica en een verbetering van de kracht van het microbioom. Bedenk: Met een gezond microbioom wordt een duif veel minder snel ziek.
Succes, Peter Boskamp
|